Uitspraak in het Plat: /ʏnɐʃɛɪ̯t/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ün·ner·scheed
Pluralis: Ün­ner­scheed m de Ün­ner­scheed
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De eenzige Ünnerscheed is de Klöör.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: ünner + scheden