Uitspraak in het Plat: /stɛː͡ɐtpɔɡ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Steert·pogg
Pluralis: Steert­pog­gen m de Steert­pog­g
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
In uns Goorndiek hebbt wi dit Johr ganz veel Steertpoggen.
[2]
perifere woordenschat
figuratief

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Steert + Pogg