Uitspraak in het Plat: /nɛːɾɪç/ 🔊︎
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: nä·hrig
nähriger nährigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:
Voorbeelden:
[3]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: nähren + -ig