Uitspraak in het Plat: /dɾaɪ̯əɾ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Drei·her
Pluralis: Drei­hers m de Drei­her
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Person, de Warkstücken op en Dreihbank trech maakt
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: dreihn + -er