zelfstandig naamwoord
Afbreking: Sit·tels
Pluralis: Sit­tels n dat Sit­tels
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
[2]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
[3]
perifere woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: sitten + -els