Bandesch in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /bantɛʃ/

zelfstandig naamwoord

Afbreking: Band·esch

Pluralis: Bandeschen f de Bandesch

[1]

kaart

perifere woordenschat

Nedersaksisch:

Eschenholt, dat för de Bänner von en Fatt bruukt warrt

Nederlands:

es

ofwel het hout van de es, dat gebruikt wordt voor de hoepels van vatten

Engels:

ash

or its wood that is used to make barrel hoops

Duits:

Esche

bzw. deren Holz, das für Fassbänder verwendet wird

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Band + Esch

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.