Uitspraak in het Plat: /mɪnɪstɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Mi·nis·ter
Pluralis: Mi­nis­ters m de Mi­nis­ter
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden: