Uitspraak in het Plat: /afɛɪ̯tn̩/
werkwoord
Afbreking: af·e·ten
[1]
kaart kaart tonen
perifere woordenschat
actief
Nedersaksisch:
mit Eten trech ween
Nederlands:
afeten
Engels:
finish eating
Duits:
zu Ende essen
Voorbeelden:
Hest du al afeten? — Jo, ik mag nix mehr, ik bün satt.

Werkwoordvormen:

infinitief:
af­e­ten
voltooid deelwoord:
af­e­ten
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik eet af
du itt­st af
he/se/dat itt af
wi eet af
ji eet af
se eet af
verleden:
ik eet af
du eetst af
he/se/dat eet af
wi e­ten af
ji e­ten af
se e­ten af
voltooid:
ik heff af­e­ten
du hest af­e­ten
he/se/dat hett af­e­ten
wi hebbt af­e­ten
ji hebbt af­e­ten
se hebbt af­e­ten
conjunctief:
ik eet af
du eetst af
he/se/dat eet af
wi e­ten af
ji e­ten af
se e­ten af
imperatief:
eet af!
eet af!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: af + eten
Rijmwoorden
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.