Uitspraak in het Plat: /ʃɔˑu̯lkɪnt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: School·kind
Pluralis: School­kin­ner n dat School­kind
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: School + Kind