Uitspraak in het Plat: /kalkva͡ɐk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kalk·wark
Pluralis: Kalk­war­ken n dat Kalk­wark
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
In dat Kalkwark warrt ut Kalksteen Dünger för de Buurn herstellt.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kalk + Wark