Grotendöör
in het Nedersaksisch
Nieuwe vertaling voorstellen
Uitspraak:
/ˈɡɾɔu̯tn̩ˌdøː͡ɐ/
Audio
🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Gro·ten·döör
Plural:
Grotendöörn
f
de Grotendöör
Ra Boe, CC BY-SA 2.5
[1]
kaart voordoen
geavanceerde woordenschat
actief
architectuur
kaart voor onderbetekenis [1] van „Grotendöör”
bekend
onbekend
bekend in de dialect-groep
onbekend in de dialect-groep
onbepaald
Over de kaarten
Stoder Geest:
Marcus Buck: mündlich nawiest op de Stoder Geest
Nedersaksisch:
de
grote
Döör
von
dat
Neddersassenhuus
Duits:
⤺
Grotendöör
große
Dielentür
Etymologie:
Samensteld woord gevorms door:
groot
+
Döör
Tweelingswoorden:
Grootdöör
rijmwoorden
zoeken:
Taal anderen op:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend aanderen