Christ
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/ˈkɾɪst/
zelfstandig naamwoord
Pluralis:
Christen
m
de Christ
[1]
kaart voordoen
geavanceerde woordenschat
actief
religion
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Christ”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, Band 2, Siet 474
Nedersaksisch:
Person
,
de
en
Anhanger
von
Jesus Christus
sien
Lehren
is
Nederlands:
christen
Engels:
Christian
Duits:
Christ
Voorbeelden:
Ik
bün
Christ
,
aver
ut
de
Kark
rut
.
Samensteld woorden:
Christdag
Christendom
Christenlüüd
Tweelingswoorden:
Kast
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.
Nieuwe vertaling voorstellen
zoeken:
Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen