Pluralis: Leh­ren f de Lehr
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Utbillung
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
He maakt en Lehr as Discher.
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Erfohrung
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Laat di dat en Lehr ween!

Etymologie:

Woord afgeleid van: lehren