Uitspraak in het Plat: /ʃɪslavɛŋ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Schiss·la·weng
Pluralis: Schiss­la­wengs m de Schiss­la­weng
[1]
perifere woordenschat
Voorbeelden:
An dat h maakt he jümmer noch son extra Schisslaweng ran.
[2]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Engels:
Duits:
Voorbeelden: