Uitspraak in het Plat: /nɔɾmɔːl/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: nor·mal
normaler normalst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
De Puls is normal.
[2]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
Du büst doch nich normal!