Uitspraak in het Plat: /lɛksma͡ɐk/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Lex·mark
Pluralis: Lex­mar­ken n dat Lex­mark
[1]
perifere woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Synoniemen:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Lex + marken