Uitspraak in het Plat: /kaɪ̯zɐtiːt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Kai·ser·tiet
Pluralis: Kai­ser­tie­den f de Kai­ser­tiet
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
De Kaisertiet güng von 1871 bet 1918.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kaiser + Tiet