Uitspraak in het Plat: /haʊ̯bøːn/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Hau·böhn
Pluralis: Hau­böh­nen m de Hau­böhn
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Hau + Böhn