Uitspraak in het Plat: /tɛɪ̯lɛfɔu̯n/ 🔊︎
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Te·le·fon
Pluralis: Te­le­fons n dat Te­le­fon
[1]
geavanceerde woordenschat
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Dat Telefon bimmelt in een Tour!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: tele- + -fon