Uitspraak in het Plat: /dakhɔːˑz/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Dack·haas
Pluralis: Dack­ha­sen m de Dack­haas
[1]
geavanceerde woordenschat
figuratief
Nederlands:
kat
Engels:
cat
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Dack + Haas