Uitspraak in het Plat: /vanɐjɔː͡ɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Wan·ner·johr
Pluralis: Wan­ner­joh­ren n dat Wan­ner­johr Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Wan­ner­joh­re n dat Wan­ner­johr
[1]
perifere woordenschat
Voorbeelden:
De Wannerjohren hett de Gesell na de afslaten Lehr maakt.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: wannern + Johr