Dokterfro in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /dɔktəɾfɾoː/

zelfstandig naamwoord

Afbreking: Dok·ter·fro

Niet gebruikt het pluralis f de Dokterfro

[1]

perifere woordenschat

Nedersaksisch:

Doktersch

Nederlands:

doctores

Engels:

female doctor

female physician

Duits:

Doktorin

Ärztin

Voorbeelden:

In ’t Krankenhuus hett mi en Dokterfro ünnersöcht un ik heff mi en beten scheneert, as ik de Büx dallaten müss.

[2]

perifere woordenschat

Nedersaksisch:

Fro von en Dokter

Engels:

doctor's wife

Duits:

Arztfrau

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Dokter + Fro

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.