Uitspraak in het Plat: /afhɔːkn̩/
werkwoord
Afbreking: af·ha·ken
[1]
perifere woordenschat
actief
Nedersaksisch:
von en Haken dalnehmen
to’n Bispeel Wüst
Engels:
unhang
Duits:
abhängen
Voorbeelden:
Haak man den Schinken von’n Wiemen af un bring em her.
[2]
perifere woordenschat
actief
Nedersaksisch:
en Fohrtüüg, dat anhaakt is, afmaken
Nederlands:
afhaken
ontkoppelen
afkoppelen
loskoppelen
Engels:
unhitch
Duits:
abhängen
Voorbeelden:
Haak den Hänger man von’n Trecker af.

Werkwoordvormen:

infinitief:
af­ha­ken
voltooid deelwoord:
af­haakt
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik haak af
du haakst af
he/se/dat haakt af
wi haakt af
ji haakt af
se haakt af
verleden:
ik haak af
du haakst af
he/se/dat haak af
wi ha­ken af
ji ha­ken af
se ha­ken af
voltooid:
ik heff af­haakt
du hest af­haakt
he/se/dat hett af­haakt
wi hebbt af­haakt
ji hebbt af­haakt
se hebbt af­haakt
conjunctief:
ik haak af
du haakst af
he/se/dat haak af
wi ha­ken af
ji ha­ken af
se ha­ken af
imperatief:
haak af!
haakt af!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: af + haken
Rijmwoorden
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.