Uitspraak in het Plat: /afʃɪ͡ɐn/
werkwoord
Afbreking: af·schirrn
[1]
kaart kaart tonen
perifere woordenschat
actief
Nedersaksisch:
ut dat Geschirr loosmaken
Nederlands:
aftuigen
Engels:
unhitch
unharness
Duits:
abschirren
Voorbeelden:
Du kannst de Peer nu afschirrn.

Werkwoordvormen:

infinitief:
af­schirr­n
voltooid deelwoord:
af­schirr­t
ik
du
he/se/dat
wi
ji
se
tegenwoordig:
ik schirr af
du schirr­st af
he/se/dat schirr­t af
wi schirr­t af
ji schirr­t af
se schirr­t af
verleden:
ik schirr af
du schirr­st af
he/se/dat schirr af
wi schir­ren af
ji schir­ren af
se schir­ren af
voltooid:
ik heff af­schirr­t
du hest af­schirr­t
he/se/dat hett af­schirr­t
wi hebbt af­schirr­t
ji hebbt af­schirr­t
se hebbt af­schirr­t
conjunctief:
ik schirr af
du schirr­st af
he/se/dat schirr af
wi schir­ren af
ji schir­ren af
se schir­ren af
imperatief:
schirr af!
schirr­t af!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: af + schirrn
Rijmwoorden
Plattmakers Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.