Uitspraak in het Plat: /afspənstɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: af·spens·tig
geen trappen van vergelijking

Zegswijzen en vaste verbindingen:

afspenstig maken
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
He wull mi de Fründin afspenstig maken.
afspenstig maken
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Voorbeelden:
Ik heff em dat Peerd afspenstig maakt.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: af + -ig