Uitspraak in het Plat: /ɡɛvɪçt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ge·wicht
Pluralis: Ge­wich­ten n dat Ge­wicht
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Legg noch en Gewicht mehr op.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: ge- + Wicht