Pluralis: Sna­cks m de Snack
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Op son Snack geev ik nix!
[3]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Wi hoolt en lütten Snack.

Etymologie:

Woord afgeleid van: snacken