Flagg
in het Nedersaksisch
Nieuwe vertaling voorstellen
Uitspraak:
/ˈflaç/
zelfstandig naamwoord
Plural:
Flaggen
f
de Flagg
Public domain
[1]
geavanceerde woordenschat
actief
Nedersaksisch:
Hoheitsteken
von
en
Land
oder
annere
Grupp
Nederlands:
=
vlag
Engels:
=
flag
Duits:
=
Flagge
Samensteld woorden:
Flachschipp
flaggen
rijmwoorden
zoeken:
Taal anderen op:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend aanderen