Uitspraak in het Plat: /ɡɪftɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: gif·tig
giftiger giftigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Rottenkruut is giftig.
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Gift + -ig