Uitspraak in het Plat: /naɪ̯kastn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Neih·kas·ten
Pluralis: Neih­kas­tens m de Neih­kas­ten
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Haalst du mi gau den Neihkasten ut’t Schapp?

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: neihn + Kasten