Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Plantertiet
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/plantɐtiːt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking:
Plan·ter·tiet
Pluralis:
Plantertieden
f
de Plantertiet
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
landbouw
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Plantertiet”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Cuxland:
Heinrich Teut:
Hadeler Wörterbuch: der plattdeutsche Wortschatz des Landes Hadeln (Niederelbe).
Wachholtz, 1959, deel 3, pagina 329
Nedersaksisch:
Tiet
to
’t
Planten
Nederlands:
planttijd
Engels:
planting
time
Duits:
Pflanzzeit
Voorbeelden:
In
de
Plantertiet
weren
fröher
Mudder
un
Vadder
mit
op
’t
Feld
un
Oma
hett
op
mi
oppasst
.
Etymologie:
Samengesteld woord gevormd door:
Planter
+
Tiet
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.