Uitspraak in het Plat: /lantɾiːdɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Land·rie·der
Pluralis: Land­rie­ders m de Land­rie­der
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Duits:
[2]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Land + Rieder