Uitspraak in het Plat: /vɔːkɪç/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: wa·kig
wakiger wakigst
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Voorbeelden:
Gah nich op’n See, dat Ies is wakig!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Waak + -ig