Uitspraak in het Plat: /ɾuːmfɔː͡ɐt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ruum·fohrt
Pluralis: Ruum­fohr­ten f de Ruum­fohrt
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Ruum + Fohrt