Uitspraak in het Plat: /ɡɾɔu̯tsnuːˑt/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Groot·snuut
Pluralis: Groot­snu­ten f de Groot­snuut
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: groot + Snuut