Uitspraak in het Plat: /ɛː͡ɐtapəl/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Eerd·ap·pel
Pluralis: Eerd­äp­pel m de Eerd­ap­pel West-groep, Märkisch
Pluralis: Eerd­ap­pels m de Eerd­ap­pel Oostfaals
Pluralis: Eerd­ap­peln m de Eerd­ap­pel
[1]
geavanceerde woordenschat
biologische species
Voorbeelden:
He hett Eerdäppel schellt.
Synoniemen:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Eer + Appel