zelfstandig naamwoord
Afbreking: Knie·per
Pluralis: Knie­pers m de Knie­per
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Kniep + -er
Identieke woorden ››› Knieper ❔︎