Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Kniep
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/kniːp/
zelfstandig naamwoord
Pluralis:
Kniepen
f
de Kniep
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Kniep”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Oldenburg:
Artur vor Mohr:
Vocalstand des oldenburgischen Niederdeutsch.
Soltau, Norden 1904, pagina 16
PDF, 1,6 MB
Nedersaksisch:
Geldbüdel
de
Naam
kummt
von
’n
Geldbüdel
to
’t
Tokniepen
,
man
kann
ok
överdragen
för
annere
Soorten
Geldbüdels
bruukt
warrn
Nederlands:
portemonnee
geldbeurs
Engels:
purse
Meer tonen
wallet
Duits:
Geldbeutel
Meer tonen
Brieftasche
Portemonnaie
Voorbeelden:
Do
de
Kniep
apen
,
wi
sammelt
Geld
för
Harm
sien
Geschenk
to
’n
Afscheed
.
, CC BY-SA 4.0
[2]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
×
kaart voor onderbetekenis [2] van „Kniep”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Oldenburg:
Artur vor Mohr:
Vocalstand des oldenburgischen Niederdeutsch.
Soltau, Norden 1904, pagina 21
PDF, 1,6 MB
Sleeswijk:
Johann Rhode Friedrich Augustiny:
Achtern Åben oder Plattdütsches Vålksbok för Kinner un ole Lüd, tohopståkt un ut egen Fabrik.
Herzbruch, Flensburg 1857, pagina 36
PDF, 3,7 MB
Hamburg:
Rudolf Kinau:
Lanterne.
pagina 136
Nedersaksisch:
drange
Laag
Nederlands:
nauw
Engels:
pickle
Meer tonen
as
in
to
be
in
a
pickle
tight
spot
squeeze
Duits:
Klemme
Meer tonen
unangenehme
Lage
Voorbeelden:
Kannst
du
mi
noch
ees
wedder
ut
de
Kniep
helpen
?
[3]
kaart tonen
perifere woordenschat
actief
huishouding
×
kaart voor onderbetekenis [3] van „Kniep”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Hamburg:
Otto Furcht:
Wörterbuch der Sprache des Alten Landes bei Stade.
Stalling, Oldenburg 1936, pagina 15
Oost-Mecklenburg:
Carl Friedrich Müller:
Reuter-Lexikon.
Leipzig 1905, Hesse & Becker Verlag, pagina 71
PDF, 5,1 MB
Nedersaksisch:
Klammer
,
mit
de
de
Wäsch
an
de
Lien
fastmaakt
warrt
Nederlands:
wasknijper
wasspeld
Engels:
clothespin
Meer tonen
clothes
peg
Duits:
Wäscheklammer
Voorbeelden:
Helpst
du
mi
dat
Betttüüg
an
de
Tüüglien
optohangen
?
Hier
hest
en
poor
Kniepen
!
Etymologie:
Woord afgeleid van:
kniepen
Samengesteld woorden:
Knieper
Tweelingswoorden:
Knipp
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.