[1]
basiswoordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
met
Engels:
at
Duits:
zu
Voorbeelden:
[2]
basiswoordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
tot
Engels:
Duits:
zu
Voorbeelden:
[3]
basiswoordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
for
Duits:
zu
Voorbeelden:
Identieke woorden ››› de ❔︎ de ❔︎ de ❔︎ de ❔︎