Uitspraak in het Plat: /ɛɪ̯nzʏlvɪç/ 🔊︎
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: een·sül·vig
eensülviger eensülvigst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Dat Woort Boom is eensülvig.
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
Wat büst du vondaag so eensülvig?

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: een + Sülv + -ig