Uitspraak in het Plat: /ɡɾœʃn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Grö·schen
Pluralis: Grö­schen m de Grö­schen
Pluralis: Grö­schens m de Grö­schen
[1]
geavanceerde woordenschat
Voorbeelden:
Identieke woorden ››› Groschen ❔︎