Uitspraak in het Plat: /vɪɡɛliːnʃ/
bijvoegelijk naamwoord
Afbreking: vi·ge·liensch
vigelienscher vigelienschst
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
kumplizeert
Nederlands:
Engels:
complicated Meer tonen
Duits:
schwierig Meer tonen
Voorbeelden:
De Saak is en beten vigeliensch, dat geiht nich so licht.
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
smart Meer tonen
Duits:
pfiffig Meer tonen
Voorbeelden:
Du büst doch en vigelienschen Keerl!? Laat di wat infallen!

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Vigelien + -sch