Uitspraak in het Plat: /aɪ̯əɾkɔu̯kn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ei·er·ko·ken
Pluralis: Ei­er­ko­ken m de Ei­er­ko­ken
Pluralis: Ei­er­ko­kens m de Ei­er­ko­ken
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Ei + Koken