Taal veranderen naar:
Plattdüütsch
Deutsch
English
Taal blijvend veranderen
Pann
in het Nedersaksisch
Uitspraak in het Plat:
/pan/
Audio
🔊︎
zelfstandig naamwoord
Pluralis:
Pannen
f
de Pann
[1]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
huishouding
×
kaart voor onderbetekenis [1] van „Pann”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Eemsland:
Hermann Schönhoff:
Emsländische Grammatik.
Carl Winter, Heidelberg 1908, pagina 45
PDF, 7,4 MB
Oldenburg:
Artur vor Mohr:
Vocalstand des oldenburgischen Niederdeutsch.
Soltau, Norden 1904, pagina 13
PDF, 1,6 MB
Bielefeld:
Olaf Bordasch:
Wörterverzeichnis zu Heinrich Stoltes Bauernhof und Mundart in Ravensberg.
pagina 48
PDF, 1,8 MB
Waldeck:
Karl Bauer:
Waldeckisches Wörterbuch nebst Dialektproben.
1902, Wörterliste, pagina 79
PDF, 25,4 MB
Sleeswijker jüm-gebied:
En Mundvull Snack.
Runn Plattdüütsch plegen, Uthlande-Verlag, Noordstrand 2006, ISBN 978-3-9810833-0-9, pagina 27
Holsteiner jüm-gebied:
Boysen van Nienkarken:
Leeder und Stückschen in Ditmarscher Platt.
Brockhaus, Leipzig, 1865, pagina 312
PDF, 3,1 MB
Rotenburg:
Heinz Lemmermann:
Bookwetenpannkoken.
Schünemann, Bremen 1985, ISBN 3-7961-1720-1, pagina 45
Stader Geest:
Marcus Buck: getuigd door mondelinge bronnen op de Stader Geest
Zuidwest-Ostfalen:
Jahrbuch des Vereins für niederdeutsche Sprachforschung
, jaargang 1908, pagina 82
PDF, 6,9 MB
Altmark:
Johann Friedrich Danneil:
Wörterbuch der altmärkisch-plattdeutschen Mundart.
Schmidt, Salzwedel 1859, pagina 151
PDF, 28,1 MB
Belzig-Teltow:
Willy Lademann:
Wörterbuch der Teltower Volkssprache.
Akademie-Verlag, Berlin 1956, pagina 23
Voor-Pommeren:
Otto Vogel:
Pommernspegel.
Scharff, Greifswald 1873, pagina 30
Midden-Küstenpommersch:
Robert Laude:
Hinterpommersches Wörterbuch des Persantegebiets.
Böhlau, Köln 1995, ISBN 3-412-05995-1, pagina 1
Nedersaksisch:
Geschirr
ut
Metall
mit
Steel
un
mit
sieden
Rand
Nederlands:
pan
Engels:
pan
Duits:
Pfanne
Voorbeelden:
Ik
heff
Ööl
in
de
Pann
gaten
.
[2]
kaart tonen
geavanceerde woordenschat
actief
bouwwezen
×
kaart voor onderbetekenis [2] van „Pann”
bekend
onbekend
bekend in de dialectgroep
onbekend in de dialectgroep
onbepaald
🛈
Over de kaarten
Pott:
Heinrich Köppen:
Verzeichniss der Idiotismen in plattdeutscher Mundart.
Dortmund 1877, pagina 43
PDF, 1,5 MB
Zuid-Oost-Friesland:
Heide Braukmüller:
Wörtersammlung zur niederdeutschen Sprache auf den Ziegeleien des Rheiderlandes.
Dr. Reinhard, Leer 1998, ISBN 3-927-139-38-6
Altmark:
Johann Friedrich Danneil:
Wörterbuch der altmärkisch-plattdeutschen Mundart.
Schmidt, Salzwedel 1859, pagina 151
PDF, 28,1 MB
Nedersaksisch:
Tegel
för
’t
Dack
Nederlands:
dakpan
Engels:
roof
tile
roofing
tile
Duits:
Dachpfanne
Dachziegel
Voorbeelden:
Bi
’n
Storm
sünd
en
poor
Pannen
von
’t
Dack
fullen
.
László Szalai (Beyond silence), CC-BY-SA-3.0
Samengesteld woorden:
Bockpann
Braadpann
Bregenpann
Dackpann
Fettpann
Hollpann
Huulpann
Huuspann
Kneepann
Pannbeer
Panndack
Pannensteert
Pannfisch
Pannharst
Pannkoken
Pannstipp
Pött un Pannen
Steertpann
Rijmwoorden
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.
kaart tonen
.jpg "afbeelding van Wikimedia Commons")
Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.