Uitspraak in het Plat: /bʊdəlhals/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Bud·del·hals
Pluralis: Bud­del­häls m de Bud­del­hals Noord-Nedersaksisch
Pluralis: Bud­del­hal­sen m de Bud­del­hals Noord-Nedersaksisch
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Buddel + Hals