Uitspraak in het Plat: /axtɐhuːz/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ach·ter·huus
Pluralis: Ach­ter­hüüs n dat Ach­ter­huus Noord-Nedersaksisch, Pommersch
Pluralis: Ach­ter­hü­ser n dat Ach­ter­huus Westfaals, Noord-Nedersaksisch, Oostfaals, Märkisch, Pommersch
Pluralis: Ach­ter­hu­sen n dat Ach­ter­huus
[1]
geavanceerde woordenschat

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: achter + Huus