Uitspraak in het Plat: /spɾɔːkvɔːtɐ/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Spraak·wa·ter
Niet gebruikt het pluralis n dat Spraak­wa­ter
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Voorbeelden:
[2]
perifere woordenschat
figuratief
Voorbeelden:
He hett goot Spraakwater, em fehlt nienich de Wöör.

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Spraak + Water