Uitspraak in het Plat: /fəɾmøːɡn̩/
zelfstandig naamwoord
Afbreking: Ver·mö·gen
Pluralis: Ver­mö­gens n dat Ver­mö­gen
[1]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
geavanceerde woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: ver- + mögen