Etenspott in het Nedersaksisch

Uitspraak in het Plat: /ɛɪ̯tənspɔt/

zelfstandig naamwoord

Afbreking: E·tens·pott

Pluralis: Etenspött m de Etenspott

[1]

kaart

geavanceerde woordenschat

huishouding

Nedersaksisch:

Pott för ’t Eten kaken

besünners de Pott, de op ’n Disch steiht, ut den man sik opfüllt

Nederlands:

kookpot

kookpan

Engels:

pot

saucepan

Duits:

Kochtopf

insbesondere der Topf, der auf dem Tisch steht, aus dem man sich auffüllt

Voorbeelden:

Stell man den Etenspott op ’n Disch, ik heff Smacht!

afbeelding, dat de onderbetekenis illustreerd

xiquinhosilva from Cacau, CC BY 2.0

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Eten + Pott

Plattmakers is een Nedersaksisch woordenboek dat ook vertalingen in verschillende talen biedt. Krijg meer informatie.