zelfstandig naamwoord
Afbreking: Pa·ckje
Pluralis: Pa­ckjes m de Pa­ckje
[1]
perifere woordenschat
Nedersaksisch:
Nederlands:
Engels:
Duits:
Voorbeelden:
[2]
perifere woordenschat
Voorbeelden:

Etymologie:

Samengesteld woord gevormd door: Pack + -je